Een plantaardiger voedingspatroon is voor de meeste Nederlanders gezonder, adviseert de Gezondheidsraad. Ook zijn er voordelen voor het milieu: akker- en tuinbouw hebben een lagere weerslag op klimaat, natuur en water dan veehouderij. Een groeiend aantal gemeenten in Nederland grijpt die koppelkansen aan door de productie, verkoop en consumptie van fruit, groenten en peulvruchten — zoals bonen — te stimuleren.
Gemeente Plant Vooruit brengt deze gemeenten in kaart. Op basis van ons onderzoek doen wij de volgende aanbevelingen voor de programma’s van politieke partijen voor de gemeenteraadsverkiezingen van 18 maart 2026.
- Stel een voedselvisie op met doelstellingen, strategie, een uitvoeringsagenda en tijdspad om de visie te realiseren.
- Verbindt de eiwittransitie aan meerdere domeinen, zoals horeca, klimaat, natuur en volksgezondheid.
De gemeente Wageningen heeft een ambitieuze voedselstrategie opgesteld die nadrukkelijk inzet op meer plantaardig en lokaal. De Routekaart voedsel- en eiwittransitie van de gemeente Groningen is gekoppeld aan klimaatdoelen. Utrecht zet het terugdringen van gezondheidsverschillen centraal. In veel gemeenten is het voedselaanbod namelijk het minst gezond in de wijken met de laagste inkomens. Ook Breda maakt voedselbeleid vanuit een Gezondheidsvisie.
- Stel een wethouder voedsel aan om versnippering van beleid te voorkomen tussen de portefeuilles duurzaamheid, gezondheid, horeca en klimaat.
Ede stelde in 2014 als eerste gemeente een wethouder voedsel aan. Amsterdam en Wageningen hebben dat voorbeeld gevolgd.
- Breng de voedselomgeving in kaart om het voedselaanbod in de toekomst per wijk op basis van gezondheid en duurzaamheid te kunnen normeren.
- De Omgevingswet biedt ruimte om wijkgericht de leefomgeving van inwoners gezonder in te richten. Met een gebiedsgerichte aanpak kan de gemeente gezond en duurzaam eten toegankelijker maken voor alle inwoners.
De gemeente Zwolle heeft de voedselomgeving van haar inwoners letterlijk in kaart gebracht, waaronder de spreiding van horeca over de stad; het aanbod koffie en thee, snacks, fastfood en verswaren; het voedselaanbod naar gezondheidsscore; en het aanbod van snelle horeca op korte afstand van scholen. Zo is duidelijk geworden dat bijna één op de drie voedselaanbieders snacks en/of fastfood verkoopt, dat in en rond het centrum volop ongezond eten is te vinden, en dat op korte afstanden van de meeste scholen ongezonde voedselverleidingen zijn. Aan de hand van deze objectieve data kan de gemeente gericht beleid maken.
- Geef als gemeente het goede voorbeeld door vooral plantaardig in te kopen in eigen catering, kantines en restaurants.
- Stimuleer lokale horeca om meer plantaardige gerechten aan te bieden en voedselverspilling te voorkomen.
- Maak afspraken met het bedrijfsleven en publieke instellingen, zoals kinderopvang, onderwijs en zorg, over de inkoop en het aanbod van gezond en duurzaam voedsel.
Zowel thuis als buiten de deur eten de meeste Nederlanders meer dierlijke eiwitten dan gezond is. De gemeente kan deze disbalans enigszins rechttrekken door in de eigen organisatie bewust vooral plantaardig aan te bieden.
Een plantaardig voedselaanbod sluit niemand uit. De meeste voedselallergieën en dieetwensen en -restricties van geloofs- en levensovertuigingen zijn verbonden aan dierlijke producten.
Alkmaar, Groningen en de samenwerkende gemeenten Bergen, Uitgeest, Castricum en Heiloo bieden gratis advies aan restaurants over het verduurzamen van hun menu’s. Zo reduceren zij schadelijke uitstoot, voedselverspilling en waterverbruik.
Amsterdam en de provincie Utrecht hebben convenanten gesloten met grote werkgevers, waaronder kennis- en zorginstellingen, over het geleidelijk verhogen van het aandeel plantaardig en Schijf van Vijf in hun voedselaanbod.
De gemeente Altena koopt minstens 50 procent biologisch, plantaardig en/of lokaal voedsel in. Amsterdam streeft naar 70 procent plantaardig, Utrecht naar 80 procent.
- Weer reclame voor ongezond en niet-duurzaam voedsel in het gemeentelijke aanbestedingsbeleid of de Algemene Plaatselijke Verordening.
Bloemendaal, Groningen, Haarlem, Nijmegen en Utrecht sluiten o.a. vlees uit van nieuwe aanbestedingen en contracten voor advertenties in de openbare ruimte. Deze ‘privaatrechtelijke’ route ligt voor de hand als contracten sowieso binnenkort aflopen.
Den Haag heeft als eerste stad een verbod op ‘fossiele reclame’ toegevoegd aan de Algemene Plaatselijke Verordening. Dit verbod houdt stand bij de rechter. In de gemeenteraden van Amsterdam en Tilburg zijn voorstellen ingediend om nu het Haagse voorbeeld te volgen.