Bonen kunnen een belangrijke rol spelen in de voedseltransitie. Ze zitten vol eiwitten, kunnen in eigen land worden geteeld en leveren akkerbouwers een goede boterham op. Bemesten is niet nodig, de vlinderbloemigen halen stikstof uit de lucht en zorgen voor biodiversiteit. Bonen maken Nederland ook meer zelfvoorzienend op het gebied van voeding, en dragen bij aan een gezonde en gevarieerde maaltijd.
Reden genoeg voor de Gelderse gedeputeerden Helga Witjes (VVD) en Harold Zoet (BBB) om een werkbezoek te brengen aan Baltussen Konserven in Driel, de oudste nog bestaande conservenfabriek van Nederland.
Bonen voor heel Europa
Baltussen verwerkt verse groenten en gedroogde peulvruchten tot conserven. Vanuit Driel gaan miljoenen potjes en pakjes op bestelling naar supermarkten in Nederland, Duitsland en de rest van Europa. In Nederland worden op duizenden hectares producten bij voorkeur biologisch geteeld en verwerkt. Inspelend op klimaatverandering maakt Baltussen ook afspraken met telers over bijvoorbeeld extra vergoedingen voor wanneer zij de gewassen moeten beregenen bij droogte.
Tijdens het werkbezoek spraken Helga en Harold met Baltussen over korte en eerlijke voedselketens; van eiwittransitie naar een gehele voedseltransitie; verduurzaming; minder uitstoot van broeikasgassen; samenwerking in de keten om de verkoop te vergroten; en het imago van de boon.
Ook werden de gedeputeerden verrast door een groot aantal heerlijke boongerechten.
In de ban van de boon
De aandacht voor de voordelen van bonen past binnen de bredere ‘Bean Deal‘, waarin overheden en bedrijven afspraken hebben gemaakt om de teelt en verwerking van peulvruchten in Nederland te versterken.
Om ook consumenten te enthousiasmeren, is er de campagne #BEANMEAL. Supermarkten, cateraars, producenten en maatschappelijke organisaties werken samen om Nederlanders in de ban van de boon te krijgen met extra acties in winkels, bonen op het menu van cateraars en berichten op sociale media. Dit herhalen ze ieder jaar op 10 februari, Wereldpeulvruchtendag.