Wat gemeenten doen
Gemeenten sporen bedrijven en inwoners op de volgende manieren aan om minder dierlijk en meer plantaardig eten te produceren en te consumeren.
- Richt een kennis- en uitwisselingsnetwerk in
Om startups, gevestigde bedrijven en investeerders aan elkaar te koppelen, en innovaties te helpen opschalen.
- Stel een voedselvisie op
Met doelstellingen, strategie, een uitvoeringsagenda en tijdspad om de visie te realiseren.
- Stel een wethouder voedsel aan
Voorkom versnippering van voedselbeleid tussen de portefeuilles duurzaamheid, gezondheid, horeca en klimaat.
- Monitor de uitvoering van de voedselstrategie
Voer een nulmeting uit, en ontwerp een registratiesysteem met benchmarks om de effectiviteit van beleid te meten. Evalueer en stel bij waar nodig.
- Geef het goede voorbeeld
Pas het gemeentelijke inkoopbeleid aan in lijn met de voedselvisie. Zorg voor meer plantaardig in eigen restaurants, kantine en banqueting.
- Benoem lokale voedselambassadeurs
Zoals leefstijlcoaches, influencers en wijktrainers om doelgroepen te motiveren gezonder en duurzamer te koken en eten.
- Geef aandacht aan onderzoek en koppel daar voorlichting aan
Voer praktijkonderzoek uit over bijvoorbeeld de gezondheidseffecten van plantaardig eten op specifieke doelgroepen. Gebruik de resultaten om inwoners voor te lichten.
- Zet best practices en lokale initiatieven in het zonnetje
Geef steun aan nieuwe en bewezen initiatieven, en inspireer zo anderen.
- Stimuleer gezond, duurzaam en lokaal eten
Bijvoorbeeld met vouchers of cadeaubonnen die kunnen worden besteed bij lokale boeren en ondernemers of een app.
- Financier en steun nieuwe concepten en startups
Bijvoorbeeld om (chef-)koks te trainen, horeca te helpen verduurzamen en de voedselomgeving van inwoners gezonder in te richten.
- Breng de voedselomgeving in kaart
Normeer het voedselaanbod per wijk op basis van gezondheid en duurzaamheid. Gemeenten kunnen met onderbouwing vergunningaanvragen weigeren.
- Experimenteer met een gebiedsgerichte aanpak
Met relevante stakeholders kunnen projecten worden opgezet die zijn gericht op het inrichten van de fysieke en sociale omgeving, en het prikkelen van de motivatie van consumenten.
- Creëer een Stimuleringsregeling Gezonde en Duurzame Voeding
Hiermee kunnen bedrijven en niet-commerciële initiatieven de meerprijs van plantaardige voedselinkoop terugkrijgen.
- Maak afspraken met het bedrijfsleven en publieke instellingen
In de vorm van een convenant of green deal kunnen richtlijnen worden vastgesteld over de inkoop en het aanbod van bijvoorbeeld horeca, onderwijs- en zorginstellingen.
- Betrek voedselraden in de implementatie van beleid
Activeer zo inwoners om mee te denken en mee te doen.
- Reclame in de publieke ruimte zorgt voor gezond en duurzaam eten
Verbied reclame voor ongezond en niet-duurzaam voedsel in de Algemene Plaatselijke Verordening. Maak het voor bedrijven aantrekkelijker om gezonde en duurzame producten te promoten.
- Stel voorwaarden aan evenementen
Eis een minimaal aandeel plantaardig en een maximaal aandeel dierlijk voedsel in de vergunningverlening van evenementen.
- Onderteken het Plant Based Treaty
1.800 bedrijven, 1.400 maatschappelijke organisaties en 26 steden hebben dit verdrag al ondertekend.
- Benoem de eiwittransitie in het overdrachtsdocument
Na verkiezingen kan de uitgaande gemeenteraad specifieke onderwerpen van belang aankaarten in het overdrachtsdocument voor nieuwe raadsleden.
Nieuws
Waarom plantaardig
Het is gezond. De meeste Nederlanders eten meer dierlijke producten dan gezond is en te weinig groenten, fruit, noten en peulvruchten. Een plantaardiger voedingspatroon verlaagt het risico op diabetes, overgewicht en zelfs kanker.
Iedere week maken 120.000 Nederlanders gebruik van de voedselbank. Nog eens 400.000 Nederlanders leven volgens het Rode Kruis in ‘verborgen’ voedselarmoede. Die groep eet ook het ongezondst: ‘Mensen ervaren groente en fruit als onbereikbare luxe.’ Nederlanders met een bovenmodaal inkomen eten gezonder dan laagbetaalden, die vaker te zwaar en ziek zijn.
We kiezen weliswaar zelf wat we eten en drinken, maar die keuze wordt gezien en ongezien gestuurd door reclames, kortingen, de samenstelling van producten, en het voedselaanbod in supermarkten, publieke ruimtes en op evenementen. Gezond en duurzaam voedsel is in kwetsbare buurten ook nog eens minder goed verkrijgbaar.
De helft van de volwassenen, en één op de acht kinderen, heeft overgewicht. Zij lopen een hoger risico op diabetes, hart- en vaatziekten, en kanker. Volgens het RIVM is overgewicht verantwoordelijk voor 40 procent van de gevallen van diabetes type 2, 15 procent van de hart- en vaatziekten, en ruim één op de tien gevallen van chronisch hartfalen. Overgewicht heeft ook een negatieve invloed op de mentale gezondheid en leidt tot hoge maatschappelijke kosten, zowel in de gezondheidszorg als door ziekteverzuim.
Het is duurzaam. Een volledig plantaardig dieet zou het mogelijk maken om 20 miljoen Nederlanders te voeden met 57 procent van het huidige landbouwareaal. Dat is geen oproep tot verplicht veganisme, maar het geeft wel een idee van het ruimtelijk beslag van ons vlees- en zuivelrijke eetpatroon.
In Nederland is 1,5 miljoen hectare grond bestemd voor veeteelt (grond in het buitenland waar veevoer wordt geteeld niet meegerekend). Slechts een derde, zo’n 500.000 hectare grond, wordt gebruikt om plantaardige voeding voor onszelf te produceren.
Het biedt kansen. Nederland is een pionier in voedselinnovatie. Doorontwikkeling van innovaties in groenten en zaden, plantaardige vlees- en zuivelvervangers, en (precisie)fermentatie is een win-win.
Gezonder eten met veel minder dieren, minder grondstoffen, minder land en minder water, dus een lagere weerslag op het milieu. Dat biedt nieuwe kansen voor bedrijven en maatschappelijke initiatieven. Én voor de export van producten en kennis.